Onteigening ten behoeve van dijkverbetering van afgebrand pand, waarvoor de “onteigenaar” in een eerder stadium een herbouwvergunning geweigerd had, op de voet van de keur.
De rechtbank is met de deskundigen van oordeel dat het niet kunnen herbouwen van het bedrijfspand en de als gevolg daarvan gederfde exploitatiekosten geen onteigeningsgevolg zijn: gezien het bestendige beleid ten aanzien van de bouwvrije zone, is “niet aannemelijk” dat de vergunning zou zijn verleend indien het concrete dijkversterkingsplan wordt weggedacht”.
HR: geen cassatie; geen nadere motivering ingevolge art. 81 lid 1 RO.
A-G van Oven:
- lezenswaardige uiteenzetting van al-dan-niet vergoedbaarheid van voor de onteigening geleden schade, met onder meer verwijzing naar HR Staat/Welles, HR 15 juli 1998, (HR:1998:AC4288).
- geen eliminatie werk op de voet van art. 40 c Ow.
HR 18-10/13 inzake Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HR:2013:977).