De rechtbank is van oordeel dat partiële nietigverklaring van het koopprijsbeding, aldus dat de nietigheid dat deel van de koopprijs treft dat als onrechtmatige steunmaatregel is aan te merken – zijnde in dit geval een bedrag € 2.250.000,00 – zal bijdragen aan het herstellen van de mededingingssituatie van voor de steunverlening en daartoe de minst bezwarende maatregel is om de gevolgen van de steunmaatregel ongedaan te maken. Dat vergt feitelijk immers (slechts) terugbetaling van het door Spaansen inmiddels van de gemeente ontvangen bedrag van € 250.000,00. Daarbij staat buiten kijf dat Spaansen als begunstigde van de steunmaatregel is aan te merken (HR 26 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY0539).
Algehele nietigheid van de koopovereenkomst is aanzienlijk complexer en bezwarender, nu een deel van de opstallen inmiddels is afgebroken, ook al kan die algehele nietigheid op zich ook bijdragen aan herstel van de mededingingsrechtelijke situatie van voor de steunverlening. Algehele nietigheid resulteert erin dat de gemeente de locatie aan de Kanaalweg aan Spaansen ter beschikking moet stellen in de toestand waarin zij deze heeft ontvangen en Spaansen de gehele koopprijs moet terugbetalen. De gemeente heeft reeds bij dagvaarding – hetgeen nadien onweersproken is gelaten door Spaansen – gesteld dat zij de locatie nodig heeft in verband met afspraken die zij met de Provincie en Rijkswaterstaat omtrent de ontwikkeling van de N31 heeft gemaakt en dat zij die afspraken niet kan nakomen indien zij niet langer de beschikking over de gronden heeft. Voorts heeft de gemeente twijfels geuit over de mogelijkheid van Spaansen om ook een bedrag van € 6.500.000,00 aan de gemeente terug te betalen. Spaansen heeft bij antwoordakte niets aangevoerd om die twijfel te weerspreken of weg te nemen.
Rechtbank Noord-Nederland 16-12/15 inzake Harlingen (ECLI:NL:RBNNE:2015:5815).
Noot: zie ook tussenvonnis in deze zaak, met een mooi overzicht van staatssteunproblematiek, Rechtbank Noord-Nederland 01-07/15 (ECLI:NL:RBNNE:2015:3300).