Zeeman heeft het college verzocht om vergoeding van schade in verband met het project “Fonteyne”. De winkel aan de Lange Zelke 9 is een filiaal van de winkelketen van Zeeman en staat onder direct beheer van Zeeman. Het filiaal is zowel in economische als in juridische zin een onlosmakelijk onderdeel van Zeeman en vormt dus geen zelfstandige entiteit. De schade manifesteert zich, evenals een eventuele vergoeding ervan, op het niveau van Zeeman.
Beoordeling Normaal bedrijfsrisico: nadeel filiaal relateren aan totaal omzetten en brutowinsten van Zeeman en niet aan (enkel) het filiaal niveau. Aldus: de omvang van de schade is zodanig gering, dat deze het normaal ondernemersrisico niet geacht wordt te overstijgen.
Voor zover door Zeeman in beroep is betoogd dat het college een ongeoorloofd onderscheid heeft gemaakt tussen diverse ondernemingen omdat een plaatselijke winkel, die geen onderdeel vormt van een keten, wel aanspraak kan maken op vergoeding van een vergelijkbare schade en een filiaal van een onderneming die een winkelketen exploiteert niet, slaagt dit niet. Van een ongeoorloofd onderscheid is geen sprake omdat nadeel als thans aan de orde voor een ondernemer die zijn winkel, bijvoorbeeld in de vorm van een eenmanszaak, voor eigen rekening en risico drijft, eerder een onevenredige last zal vormen dan voor een nationaal of internationaal opererende onderneming, die een winkelketen exploiteert en die door haar omvang beter in staat is risico’s die tot haar onderneming behoren te spreiden.
ABRS 13-03/13 inzake Vlissingen / Zeeman Textielsupers (LJN: BZ3968).
Noot: zie ook ABRS 05-12/12 inzake Nadeelcompensatie De Wouwse Tol (LJN: BY5105), met als oordeel dat Minister de “drempel” van 15% van de omzet nader moet motiveren, mede gelet op aard van de onderneming.