Nu in het tussenliggende gebied deels de agrarische bestemming uit het bestemmingsplan “Broek Noord” van toepassing is gebleven, moeten aanvragers, uitgaande van een maximale invulling onder het nieuwe bestemmingsplan derhalve rekening houden met de mogelijkheid dat zij op ruime afstand zicht hebben op woonbebouwing, achter agrarische bouwwerken met een hoogte van 3 meter. Van een volledig vrij uitzicht waar de aanvragers in hun aanvraag vanuit gaan was planologisch geen sprake. De planologische maatregel heeft voor de aanvragers niet geleid tot een nadeliger positie waaruit op de voet van artikel 6.1 van de Wro voor tegemoetkoming vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgekomen.
ABRS 23-03/16 inzake De Fryske Marren (ECLI:NL:RVS:2016:781).
Noot: geen nieuws onder de zon, met verwerping van het “gebruikelijke” verweer dat op afstand van de boerderij gebouwen oprichting van sleufsilo’s of mestsilo’s met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kon worden uitgesloten.
Zie ook ABRS 30-04/14 inzake Veenendaal (ECLI:NL:RVS:2014:1532).