Kostenverhaal onteigening: exploitatieplan

53.7.    VDH acht het kostenverhaal voor onteigeningen niet toelaatbaar. Zij stelt dat in de exploitatieopzet bij de post inbrengwaarde ten onrechte een voorziening van € 1.1000.000 voor onteigening is opgenomen. Zij voert aan dat ingevolge artikel 6.13, vijfde lid, van de Wro, indien geen sprake is van onteigening, de inbrengwaarde van gronden dient te worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet. VDH wijst erop dat tenzij reeds is onteigend, of wanneer aannemelijk is dat onteigend zal worden, dan wel gronden op onteigeningsbasis zijn of worden verworven, de inbrengwaarde gelijk is aan de volledige schadeloosstelling. Nu dit niet het geval is, had de raad geen voorziening voor onteigening mogen opnemen. Dat dit toch is gebeurd, is volgens haar in strijd met artikel 6.13, vijfde lid, van de Wro.

53.8.    De raad stelt dat VDH terecht stelt dat bij de bepaling van inbrengwaarden geen rekening gehouden mag worden met een schadeloosstelling. Dat is dan ook niet gebeurd door de taxateur. Wel houdt de gemeente er rekening mee dat er voor een beperkt aantal percelen sprake zal zijn van onteigening. Daarom is in de exploitatieopzet een extra voorziening voor onteigeningen opgenomen. Het is volgens de raad aannemelijk dat kosten moeten worden gemaakt voor de verwerving en eventueel onteigening van gronden. Voor die kosten is een stelpost opgenomen van € 1.100.000,–. Daarbij kan worden gedacht aan kosten voor taxateurs, verwervers en (rechtbank)deskundigen. Dit bedrag acht de raad een redelijke inschatting gezien het aantal eigenaars in het exploitatiegebied.

53.9.    De Afdeling stelt vast dat niet in geschil is dat in dit geval bij de bepaling van de inbrengwaarden geen rekening mocht worden gehouden met onteigeningen en ter zake te betalen schadeloosstellingen. Derhalve moeten op grond van artikel 6.13, vijde lid, van de Wro, de inbrengwaarden worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet.

In dat licht bezien acht de Afdeling het in stijd met de systematiek van de Wro om onder de kostenpost verwerving als opgenomen in de kosten exploitatieopzet wel een voorziening voor onteigeningen op te nemen.

Het betoog slaagt.

ABRS 19-09/18 inzake Westland – bestemmingsplan Honderdland (ECLI:NL:RVS:2018:3063)