Hof: Deze zaak betreft een klacht tegen een notaris die – ter uitvoering van een op 11 september 2019 gesloten koopovereenkomst – op 3 oktober 2019 een akte van levering van een perceel landbouwgrond heeft verleden. De verkoper is een handelaar in onroerend goed die zelf het perceel op 12 september 2019 in eigendom heeft verkregen voor € 6.000,- met – aldus de leveringsakte – de bedoeling het perceel te gebruiken als agrarische grond. De koper (klager) is een particulier die het perceel al een dag daarvoor heeft gekocht van verkoper voor € 52.000,- met de bedoeling het perceel te gebruiken als ontwikkelingsgrond voor woon-, kantoor-, industrie- of bedrijfsdoeleinden; in de koopovereenkomst is bepaald dat de verkoper uitdrukkelijk niet garandeert dat dit gebruik mogelijk is.
In een geval van grondspeculatie zoals hiervoor in r.o. 5.3.1 beschreven dient de notaris extra oplettend te zijn bij de invulling van zijn onderzoeksplicht, zijn informatieplicht (artikel 43 lid 1 Wna), zijn bijzondere waarschuwingsplicht (artikel 6 Vbg) en zijn zorgplicht (artikel 17 Wna). Het Hof oordeelt dat notaris geen verwijt te maken valt.
Gerechtshof Amsterdam, notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer 24-05/22 (ECLI:NL:GHAMS:2022:1498)
Noot: het hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. In deze casus was notaris zorgvuldig en had hij de koper voldoende gewaarschuwd. Zie ook:
Gerechtshof Amsterdam 23-03/22 inzake verkoper de twaalf provinciën – ARMA (ECLI:NL:GHAMS:2022:871). Hier was sprake van een goed geïnformeerde koper. Anders was het in de eerder op onze website geplaatste situatie van Hof Amsterdam 21-01/20 inzake Groza en Aktua Vastgoed (ECLI:NL:GHAMS:2020:85). Interessant is het artikel in LTB januari 2020: Maatschappelijke Ondermijning door versnipperd grondeigendom.