Ten aanzien van de verwervingskosten en de getaxeerde inbrengwaarde stelt de raad dat de taxatie volgens de taxateur is verricht met behulp van de vergelijkende waarderingsmethode en de residuele grondwaardeberekeningsmethode. Bij de vergelijkende methode is rekening gehouden met binnen en buiten het exploitatieplangebied plaatsgevonden hebbende transacties met betrekking tot min of meer vergelijkbare gronden. Deze transacties zijn beoordeeld naar de huidige marktomstandigheden. De residuele benadering resulteert in een complexwaarde van gemiddeld € 22,50 per m2 welke de taxateur als werkelijke waarde heeft aangehouden. De lage inbrengwaarde van de grond is volgens de taxateur het gevolg van een lager dan gemiddeld percentage uitgeefbare grond, aldus de raad.
Ter zitting heeft de taxateur toegelicht dat de waarde van de reeds aangekochte gronden hoger is omdat de onderhandelingen daarover ver voor de economische crisis hebben plaatsgevonden. Nadien is de markt stilgevallen en waren geen referenties beschikbaar. Daarom is de vergelijkende waarderingsmethode verlaten en is overgegaan op de residuele grondwaardeberekeningsmethode.
ABRS 12-08/15 inzake Geldrop-Mierlo (ECLI:NL:RVS:2015:2560).