Vaststaat dat bij eiseressen sprake is geweest van een interne organisatorische herstructurering. Bij deze herstructurering is het pand van Kackou tegen een – zo heeft Engelsma ter zitting gesteld – reële prijs aan Sheda is overgedragen. Engelsma is de ‘ultimate beneficiary owner’ en daarmee de uiteindelijke belanghebbende van deze organisatiestructuur. Hoewel er feitelijk niet langer sprake is van dezelfde juridische entiteit, is de uiteindelijke belanghebbende niet gewijzigd. Door de herstructurering is immers geen verandering gebracht in het gebruik en de uiteindelijke eigenaar van het pand.
De rechtbank is van oordeel dat deze situatie vergelijkbaar is met de situaties in de uitspraken van de Afdeling van 7 september 2011 en 13 juli 2011 (LJN: BR6919 en BR1423), waarin sprake was van een geruisloze inbreng van respectievelijk een eenmanszaak en een V.O.F. in een B.V. Van belang daarbij is dat het gaat om een niet-commerciële transactie binnen een organisatiestructuur, waarvan de uiteindelijke belanghebbende onveranderd is gebleven. Dat er in het onderhavige geval, anders dan in de genoemde uitspraken van de Afdeling, geen sprake van is dat de oude onderneming ophoudt te bestaan, leidt niet tot een ander oordeel.
Rechtbank Noord-Holland 26-07/13 inzake Sheda B.V. en Kackou Holding B.V., gemeente Zeevang: (RBNHO:2013:9417).