1.1
Deze procedure betreft in cassatie enerzijds een aantal bedingen in (twee versies van) de erfpachtvoorwaarden van de Gemeente en anderzijds de wijze van totstandkoming en bekendmaking van (meer en minder ingrijpende wijzigingen van) het gemeentelijke beleid ter zake van de aankoop van de bloot eigendom van de grond door particuliere woningbezitters met erfpacht (het zogenaamde Omzettingsbeleid). BEZ heeft een collectieve actie op de voet van artikel 3:305a BW ingesteld en aan haar zijde procedeert een aantal erfpachters op eigen naam.
1.2
De erfpachtvoorwaarden van de Gemeente bevatten bepalingen over de herziening van de door de erfpachter aan de Gemeente te betalen canon na afloop van het lopende canontijdvak en een bepaling die de Gemeente de bevoegdheid geeft om bepaalde voorwaarden te wijzigen. Het hof heeft deze bepalingen getoetst aan richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten1 (hierna: de Richtlijn) en artikel 6:233 onder a BW en heeft geoordeeld dat de bestreden bedingen niet oneerlijk respectievelijk onredelijk bezwarend zijn. Het principale cassatiemiddel van BEZ c.s. richt hiertegen verschillende rechts- en motiveringsklachten, die onder meer aan de orde stellen of het hof is uitgegaan van de juiste beoordelingsmaatstaven. Deze klachten slagen naar mijn mening niet.
1.3
Het hof heeft de wijze van bekendmaking van het Omzettingsbeleid 2006, inclusief de daarbij behorende Overgangsregeling, niet onrechtmatig geoordeeld. Het hof heeft geoordeeld dat de Gemeente in dit geval kon volstaan met de gebruikelijke wijze van bekendmaking via de website van de Gemeente en de media. Het principale cassatiemiddel klaagt naar mijn mening vergeefs over dit oordeel. Het hof heeft daarentegen de wijze van bekendmaking en totstandkoming van het Omzettingsbeleid 2007 wel onrechtmatig geacht en geoordeeld dat de Gemeente in dat geval de zittende erfpachters persoonlijk had moeten informeren en had moeten voorzien in een overgangsregeling of andere flankerende maatregelen. Het incidentele cassatieberoep van de Gemeente richt zich tegen dit oordeel. Ik meen dat ook dit beroep niet slaagt.
Conclusie A-G 20-10/23 inzake Zaanstad (ECLI:NL:PHR:2023:941)
Noot: een conclusie met en uitgebreide verwijzing naar jurisprudentie.