Droogteschade: nadeelcompensatie art. 7:14 Waterwet-oud. Ontbreken causaal verband.
De rechtbank heeft vastgesteld dat tussen partijen in geschil is of de gestelde schade een gevolg is van de afsluiting van de Keunensloop en de vervanging van de schotbalkenstuw door de aanleg van een vispassage, zoals de maatschap heeft gesteld, dan wel van de extreme droogte in de jaren 2018 en 2019, zoals het dagelijks bestuur heeft gesteld. Volgens de rechtbank heeft de maatschap het causaal verband tussen de schade en de bedoelde maatregelen niet aannemelijk gemaakt.
e Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 21 tot en met 29 opgenomen overwegingen van de uitspraak van de rechtbank, waarop dat oordeel is gebaseerd. Zij voegt daaraan toe dat een belanghebbende die in een verzoek om nadeelcompensatie stelt dat hij schade lijdt als gevolg van een rechtmatige gedraging van een bestuursorgaan, bij gemotiveerde betwisting daarvan door het bestuursorgaan, het door hem gestelde causaal verband moet bewijzen. De maatschap heeft zowel in beroep als in hoger beroep enkel uiteengezet waarom zij vindt dat de betwisting van het causale verband door het dagelijks bestuur niet klopt. Dit is onvoldoende. Het is namelijk juist aan de maatschap om het causale verband aannemelijk te maken. Hierin is zij ook in hoger beroep niet geslaagd. Het betoog slaagt niet.
ABRS 02-10/24 waterschap De Dommel (ECLI:NL:RVS:2024:3987)
Noot: ook hier, net als ABRS 02-10/24 inzake Sint-Michelsgestel, bewijslast bij aanvrager.