ABRS 06-08/14 inzake Son en Breugel (RVS:2014:2935):
De wijziging van de bestemming van het perceel [locatie 1] leidt bij een individuele beoordeling tot een beperking van de uitbreidingsmogelijkheden van het agrarisch bedrijf van [appellant], maar op grond van een cumulatieve beoordeling resteren geen uitbreidingsmogelijkheden meer, aldus het advies. Bij een cumulatieve beoordeling wordt rekening gehouden met de totale geurhinder van veehouderijen in de omgeving van een geurgevoelig object. Hierbij wordt het vergunde veebestand van agrarische bedrijven in de omgeving betrokken. De omvang van het vergunde veebestand is geen planologisch gevolg van het bestemmingsplan en voor de planologische vergelijking niet relevant. Een vergunning voor het houden van vee kan immers worden ingetrokken of gewijzigd en is niet afhankelijk van de planologische maatregel. In navolging van Gloudemans heeft het college dan ook ten onrechte een cumulatieve beoordeling van de geurhinder betrokken bij de planvergelijking. Om dezelfde reden is voor de planologische vergelijking niet relevant dat, naar het college stelt, het niet vaststaat of de afvoer van de lucht van alle stallen naar een centraal emissiepunt gerealiseerd kan worden en niet zeker is of hiervoor een vergunning zal worden verleend. Derhalve moest uitbreiding van het agrarisch bedrijf niet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten worden geacht.
Noot: vergelijk ABRS 29-05/13 inzake Son en Breugel (LJN: CA1346): er moet een planologische vergelijking moet worden gemaakt tussen huidige planologische regime en het voorheen voor het perceel geldende planologische regime. Het feitelijke of volgens de milieuregelgeving geldende gebruik van de woning op de peildatum is voor de planologische vergelijking niet relevant.