Op grond van artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht dient de minister zich ervan te vergewissen dat een serieuze en redelijke poging is ondernomen om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen. In dit kader dient hij te onderzoeken of de voorstellen tot schadevergoeding niet op voorhand als onwerkelijk en onredelijk moeten worden aangemerkt.
Vz ABRS 01-07/13 inzake minister I&M (ECLI:NL:RVS:2013:253): Naar het oordeel van de voorzitter is de door Gasunie aangeboden vergoeding niet van dien aard dat deze bij voorbaat als onwerkelijk en onredelijk dient te worden aangemerkt. De enkele omstandigheid dat Gasunie gestandaardiseerde voorwaarden en bedragen heeft gehanteerd in haar aanbod aan [verzoeker], waarvan zij niet, althans niet in aanmerkelijke mate wenst af te wijken, is onvoldoende voor het oordeel dat van een redelijke inspanning geen sprake is geweest.
Daarbij maakt ook het niet toekennen van een jaarlijkse gebruiksvergoeding niet dat in dit geval geen serieuze en redelijke poging als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht is ondernomen, nog daargelaten de vraag of een dergelijke vergoeding schade betreft in de zin van deze wet.
Noot: zie ABRS 30-05/12 van 30 mei 2012 in zaak nr. ECLI:NL:RVS:2012:BW6968. Publicatie Nieuwe oogst 29-06/13: Leidingvergoeding Tennet vanaf 01-01/10 (terugwerkende kracht) nu conform systematiek Gasunie.