Belemmeringenwet Privaatrecht; 380 kV hoogspanningsverbinding – belangenafweging

Delta betoogt dat de gedoogplicht meer belemmeringen met zich brengt dan redelijkerwijs nodig is. Daartoe wijst Delta erop dat het tracé van de hoogspanningsverbinding haar percelen ongeveer in het midden doorsnijdt. Volgens Delta had de hoogspanningsverbinding langs de randen van haar percelen moeten worden geleid.

8.1. Uit artikel 1 van de BP volgt, voor zover thans van belang, dat de gedoogplicht slechts kan worden opgelegd indien in het gebruik van de zaken niet meer belemmering wordt gebracht, dan redelijkerwijs voor de aanleg en de instandhouding van het werk nodig is.

8.2. De Afdeling stelt vast dat het rijksinpassingsplan, waartegen Delta geen beroep heeft ingesteld, geen ruimte biedt voor het door Delta gewenste tracé van de hoogspanningsverbinding. Gelet hierop ziet de Afdeling niet dat de minister in het kader van de onderhavige procedure niet mocht uitgaan van het in het rijksinpassingsplan vastgelegde tracé. Het betoog faalt.

Voorts heeft de minister volgens Delta onvoldoende duidelijk gemaakt waarom een permanente toegangsweg op het perceel kadastraal bekend gemeente Beverwijk, sectie B, nummer 121 nodig is.  De minister heeft toegelicht dat de toegangsweg naar het opstijgpunt nodig is in verband met het tweemaal per jaar verrichten van onderhoud en voor de inspectie van het opstijgpunt. Ook is hier een aantal keren per jaar groen-onderhoud nodig, aldus de minister. Delta heeft dit niet bestreden. Derhalve heeft de minister duidelijk gemaakt waarom een permanente toegangsweg op het perceel nodig is. Het betoog faalt.

ABRS 12-08/15 inzake minister I en M, Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Beverwijk-Vijfhuizen (ECLI:NL:RVS:2015:2592)