Schrapping beëindigingbeding reguliere pachtovereenkomst

De bijzondere voorwaarde luidt: “De in deze overeenkomst gepachte grond grenst aan de begraafplaats die tevens bij verpachtster in eigendom is. … Pachter zal alle medewerking verlenen aan de teruggave van grond voor de uitbreiding van de begraafplaats en geen recht hebben op schadevergoeding of anderszins compensatie. Verpachter zal pachter minimaal 9 maanden van tevoren ervan in kennis stellen als zij van zins is verpachte grond terug te nemen. Pachter is dan zonder enige opzegtermijn gerechtigd de pachtovereenkomst te ontbinden.”

De Centrale Grondkamer overweegt als volgt. Verpachter heeft zich met die voorwaarde het recht voorbehouden het gepachte te verkleinen indien grond nodig is om de begraafplaats bij de kerk uit te breiden. Het betreft hier dus een beëindigingsbeding in een reguliere pachtovereenkomst. Voor de reguliere pachtovereenkomst geldt echter duurbescherming en uit artikel 7:367 BW vloeit voort dat tussentijdse opzegging niet mogelijk is. Daaraan doet niet af de stelling van verpachter dat de grondkamer eerder een gesloten pachtovereenkomst tussen hem en een andere pachter, waarin die voorwaarde ook was opgenomen, ongewijzigd heeft goedgekeurd.

De Centrale Grondkamer wijst erop dat verpachter zijn doel kan bereiken met een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor langere duur met een tussentijds beëindigingsbeding, dat immers onder bepaalde voorwaarden toelaatbaar is.

Centrale Grondkamer 14-06/18 (ECLI:NL:CG:2018:1)

Noot: een uitspraak uit 2018, maar pas afgelopen week gepubliceerd