Overheidsaansprakelijkheid vertraging bouwvergunning

In 2008 verleende de gemeente een bouwvergunning aan PAC (toen Dima geheten) voor de bouw van een appartementencomplex. Na bezwaar en beroep van een omwonende oordeelde de hoogste bestuursrechter in 2011 dat het beroep gedeeltelijk gegrond was, omdat een deel van het bouwplan binnen de provinciale Groene Hoofdstructuur lag en vernietigde de beslissing op bezwaar. De gemeente herriep daarop het besluit. Vervolgens heeft de provincie in 2012 de begrenzing van die Groene Hoofdstructuur (sindsdien Ecologische Hoofdstructuur) gewijzigd, waardoor het bouwplan erbuiten kwam te liggen. Daarna (in 2013) heeft de gemeente alsnog het besluit uit 2008 gehandhaafd en de bouwvergunning verleend, die eind 2014 onherroepelijk is geworden. Het bouwproject is daardoor enkele jaren vertraagd. In dit geding vordert PAC vergoeding van schade van in totaal € 1,7 miljoen (later verhoogd tot 2,3 mio).

Nadat de rechtbank de gemeente had veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 239.158,03 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch deze uitspraak vernietigd en de vordering van PAC afgewezen vanwege het ontbreken van causaal verband tussen de onrechtmatige daad van de gemeente en de geclaimde schade. De Hoge Raad heeft op zijn beurt de uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vernietigd en de zaak verwezen naar dit hof ter verdere beslissing. Het hof is van oordeel dat wel sprake is van causaal verband en begroot de vertragingsschade op € 132.493,65 over een periode van twee jaar, in plaats van de door de rechtbank vastgestelde periode van afgerond drie jaar. Voor het overige blijft de uitspraak van de rechtbank in stand. De totale schadevergoeding bepaalt het hof op € 172.911,37.

Hypothetisch alternatief Het gaat er in dit geval dus om dat duidelijk wordt wat de gemeente zou hebben gedaan (al dan niet een verzoek richten aan de provincie om het beleid aan te passen/te verduidelijken) en zo ja, wat de provincie zou hebben beslist en vooral: wanneer zou in het hypothetische geval de provincie die medewerking verlenen, en wanneer zou door de gemeente daarna alsnog een (rechtsgeldige) bouwvergunning zijn verleend.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30-05/23 inzake Waalre (ECLI:NL:GHARL:2023:4521)

Noot: er zijn overeenkomsten  met de Hoogstate bekende procedure Hengelo/Wevers