Dijkversterking; noordzijde Waal prov Gelderland

Ten behoeve van de realisatie van het werk heeft het algemene bestuur van het waterschap op 23 april 2021 het projectplan Dijkversterking Wolferen-Sprok (hierna: het projectplan) vastgesteld (op grond van artikel 5.7 van de Waterwet). Het betreft een projectplan in de zin van artikel 5.4 van de Waterwet. Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (hierna: gedeputeerde staten) hebben het projectplan op 25 mei 2021 goedgekeurd. Op het projectplan is de (gecoördineerde) projectprocedure van toepassing.

ABRS Belangenafweging

[appellant sub 1] betoogt voorts dat geen, althans onvoldoende rekening is gehouden met zijn belangen, omdat het projectplan leidt tot belemmering van zijn bedrijf en nadelige gevolgen voor zijn woonsituatie heeft. Zo vreest hij schade aan zijn perceel door gevolgen voor de waterhuishouding wegens het plaatsen van de damwand, omdat zijn perceel in een soort badkuip komt te liggen en de kans op wateroverlast hierdoor wordt vergroot. Een deel van zijn perceel moet worden onteigend om de dijkversterking ter plaatse mogelijk te maken, terwijl ook kan worden volstaan met een kwalitatieve verplichting en een kettingbeding. Op een deel van zijn perceel wordt een zakelijk recht gevestigd en zijn koeien kunnen daar dan niet meer grazen.

ABRS verwijst voor schadevergoeding naar art. 7:14 Waterwet en verklaart beroepen ongegrond.

ABRS 13-04/22 inzake prov Gelderland / waterschap Rivierenland (ECLI:NL:RVS:2022:1076)

Noot: deze uitspraak dateert van 13-04/22. Op 15-04/22 de vervroegde onteigeningsdescente, waarbij o.a. René van Hoogmoed als rechtbankdeskundige. Waterschap gaat uit van combinatie van gedoogplicht en onteigening.