De 5.30 ha natuurgrond die [pachter] in reguliere pacht heeft, is betrokken geweest in een omzetting van cultuurgrond naar natuurgrond met als natuurbeheertype “Kruiden- en Faunarijk Grasland”. [verpachter] en haar rechtsvoorgangers hebben daartoe een notarieel vastgelegde overeenkomst gesloten met de provincie Overijssel. Zij hebben in verband met de omzetting een subsidie ontvangen, waarvoor een van de voorwaarden was dat een kwalitatieve verplichting werd gevestigd om de landbouwgrond niet langer te gebruiken ten behoeve van de landbouw en om al datgene na te laten dat de ontwikkeling of instandhouding van het betrokken natuurbeheertype in gevaar brengt of verstoort. Met [pachter] is afgesproken dat hij als pachter de nieuwe natuur zal gaan beheren overeenkomstig de voorwaarden van de provincie. Deze voorwaarden worden beschreven en toegelicht in het pakket N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland. De rentmeester van [verpachter] , [rentmeester] , heeft deze voorwaarden aan [pachter] gemaild.
In de algemene omschrijving van het beheertype Kruiden-en faunarijk grasland is vermeld dat het grasland extensief wordt beweid of gehooid. Tevens is daarin beschreven dat het grasland doorgaans niet wordt bemest, maar dat bij uitzondering ruige stalmest of bekalking kan worden toegepast, om verzuring tegen te gaan.
[pachter] heeft op of omstreeks 10 mei 2018 een gedeelte ter grootte van 2.25 ha van de natuurgrond gemaaid en vervolgens met behulp van een zodebemester op dit gedeelte drijfmest geïnjecteerd. [verpachter] heeft [pachter] hierop aangesproken in een e-mail van 24 mei 2018.Pk Hof Arnhem-Leeuwarden 15-09/20 : vanwege de door de Pk gewogen omstandigheden van het geval, geen ontbinding (ECLI:NL:GHARL:2020:7240)
Noot: en hoe gaat provincie Overijssel nu om met deze “schending” van de kwalitatieve verplichting, welke handeling volgens Pk Hof, anders dan volgens Pk rechtbank Overijssel, niet een ontbinding van de pachtovereenkomst rechtvaardigt?