Waterwet: gedoogplicht of onteigening

Voor zover het betoog van [appellant A] en [appellant B] aldus moet worden begrepen dat het projectplan niet uitvoerbaar is indien geen overeenstemming wordt bereikt tussen hen en het waterschap, overweegt de Afdeling dat zij dit betoog niet volgt, nu het waterschap heeft aangevoerd dat het zo nodig een gedoogplicht als bedoeld in de Waterwet zal opleggen of tot onteigening zal overgaan. Onder deze omstandigheden acht de Afdeling aannemelijk dat het projectplan uitvoering zal vinden. Het betoog faalt.

Wat de eventueel nadelige invloed van het plan op de waarde van de woning van [appellant A] en [appellant B] betreft, bestaat geen grond voor de verwachting dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat het dagelijks bestuur van het waterschap bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan het heeft gedaan. Het betoog faalt.

ABRS 01-02/17 inzake het College van GS van Limburg c.s. (ECLI:NL:RVS:2017:241).