Causaliteit: regeling nadeelcompensatie Betuweroute

De ruime afstand tot de woningen betekent in dit geval derhalve niet dat reeds daarom een rechtstreeks verband tussen het Havenspoorlijnproject en de gestelde schade ontbreekt of dat de toename van de geluidsbelasting op de gevels van de woningen niet een ruimtelijk gevolg van dat project is. Daarbij is mede van belang dat goederenverkeer op het deel van het tracé van de havenspoorlijn tussen Rozenburg en de Maasvlakte, vanwege het ontbreken van aftakkingen, slechts via de Calandbrug mogelijk is.

ABRS  18-12/13 inzake Minister I&M (RVS:2013:2428).

Noot: hier mogelijk wel causaliteit.

Die zag de Afdeling niet in de zaak ABRS 18-12/13 inzake staatssecretaris EZ / de heerlijkheid; (RVS:2013:2499), met een redenering waardoor causaliteit bijna “onbewijsbaar” lijkt te zijn: (citaat) “ Artikel 31 van de Nbw 1998 biedt slechts een grondslag voor vergoeding van door grauwe ganzen en brandganzen veroorzaakte schade, indien en voor zover deze schade kan worden aangemerkt als een rechtstreeks gevolg van een besluit om een natuurmonument als beschermd natuurmonument aan te wijzen.

Voor zover de schade niet was ontstaan als de Laagjes niet de status van beschermd natuurmonument zouden hebben gekregen, brengt dat nog niet met zich dat de schade in een zodanig nauw verband met het aanwijzingsbesluit staat, dat de schade de staatssecretaris, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een rechtstreeks gevolg van dat besluit kan worden toegerekend.”