De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat de door [appellante] gemaakte deskundigenkosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. In het geval de gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van het bestreden besluit uitsluitend het gevolg zijn van de overschrijding van de redelijke termijn en het besluit op zichzelf rechtmatig is, komen in beginsel niet de deskundigenkosten, maar slechts de kosten die de belanghebbende heeft gemaakt voor beroepsmatige rechtsbijstand en het verschijnen ter zitting voor vergoeding in aanmerking. De gegrondverklaring en vernietiging zien immers niet op een onrechtmatigheid in het besluit.
ABRS 23-10/13 inzake Echt-Susteren (RVS:2013:1641).