Omdat [appellant] in de brieven van 1 december 2009 en 26 april 2010 slechts de ontheffing als oorzaak van planschade heeft vermeld en daarin niet tevens heeft verzocht om vergoeding van planschade als gevolg van het bestemmingsplan Centrum, kan voorts niet staande worden gehouden dat het college, gelet op artikel 6.1.2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van het Bro, gelezen in verbinding met artikel 4:2 van de Awb, slechts vanwege het aankruisen van artikel 6.1, tweede lid, onder a, van de Wro op het aanvraagformulier, op grond van artikel 3:2 van de Awb gehouden was bij [appellant] navraag te doen naar de omvang van de aanvraag. Derhalve bestaat geen grond voor het oordeel dat het college onzorgvuldig heeft gehandeld door [appellant] niet (vóór 1 september 2010) om opheldering te vragen over het aankruisen van die bepaling.
ABRS 28-08/13 inzake Brunssum: (RVS:2013:915)
Noot: zie ook ABRS 07-08/13 inzake Roermond (RVS:2013:630): de aanvraag heeft, anders dan B en W hadden aangenomen, betrekking op twee vrijstellingsbesluiten en niet op één.