Taxatie inbrengwaarde Grex: residueel

Ten aanzien van het betoog dat in het taxatierapport ten onrechte twee maal een risico-afslag is gehanteerd, overweegt de Afdeling als volgt. In het taxatierapport is met behulp van de zogenoemde residuele grondwaardemethode de netto contante waarde van de gronden in het plangebied berekend. Hierbij is als prijspeildatum 1 januari 2015 gehanteerd. Bij de residuele grondwaardemethode wordt onder meer rekening gehouden met de kosten om een object op die gronden voort te brengen. Bij het bepalen van deze kosten is het gebruikelijk om een toeslag voor winst en risico te hanteren. Kickersvoet heeft niet gesteld of betoogd dat een dergelijke residuele grondwaardemethode niet mocht worden toegepast of onjuist is toegepast.

De getaxeerde waarde van de gronden die met bovengenoemde methode is vastgesteld, is vervolgens aangepast door rekening te houden met de fasering van de uitgifte (ontwikkeling) van gronden in het plan. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de redelijk handelend koper, die op grond van artikel 40b, tweede lid, van de onteigeningswet als uitgangspunt wordt genomen bij het bepalen van de waarde, op de peildatum meer zal willen betalen voor gronden die eerder worden uitgegeven dan voor gronden die later zullen worden uitgegeven. De redelijk handelend koper zal rekening houden met het risico dat gronden niet, of pas later tot ontwikkeling zullen worden gebracht. In het taxatierapport zijn hiervoor drie zogeheten afslagpercentages opgenomen: voor gronden in fase 1: 3,5%, voor gronden in fase 2: 7,5% en voor gronden in fase 3: 15%. Deze afslagpercentages betreffen een ander risico dan dat waarop de in het kader van de residuele grondwaardemethode gehanteerde toeslagen voor winst en risico betrekking heeft.

Uit het voorgaande volgt dat geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het taxatierapport gebrekkig is omdat daarin ten onrechte twee maal een risico-afslag van de inbrengwaarden is gehanteerd of anderszins ten onrechte twee maal rekening is gehouden met hetzelfde risico. Kickersvoet heeft voorts niet onderbouwd dat de gehanteerde afslagpercentages onjuist zouden zijn of anderszins niet zouden mogen worden gehanteerd.

ABRS 13-07/16 inzake Hellevoetsluis (ECLI:NL:RVS:2016:1977).