Uitwerkingsplicht contra vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheid

De Afdeling heeft eerder overwogen (onder meer in de uitspraken van 1 augustus 2012 in zaak nr. 201108638/1/T1/A2 en van 22 mei 2013 in zaak nr. 201204061/1/A2), dat een in een bestemmingsplan opgenomen vrijstellings- of ontheffingsmogelijkheid bij de maximale invulling van dat bestemmingsplan buiten beschouwing moet worden gelaten. In deze zaak is echter een uitwerkingsplicht aan de orde.

De Afdeling heeft reeds vóór indiening van de aanvraag op 13 februari 2013, bij uitspraak van 7 november 2012 in zaak nr. 201110908/1/A2, overwogen dat niet van de maximale mogelijkheden van de uitwerkingsregels van een bestemmingsplan moet worden uitgegaan. Bij de uitspraak van 17 april 2013 heeft de Afdeling verduidelijkt dat, omdat het vaststellen van een uitwerkingsplan niet slechts een toekomstige onzekere gebeurtenis is en aannemelijk is dat de uit te werken bestemming vroeg of laat zal worden uitgewerkt, met de mogelijkheden van de uit te werken bestemming rekening moet worden gehouden door na te gaan wat ten tijde van de inwerkingtreding van het betrokken besluit naar redelijke verwachting de invulling van de uit te werken bestemming van de gronden zou zijn.

ABRS 09-03/16 inzake Weert (ECLI:NL:RVS:2016:593).

Noot: beroep op gelijkheidsbeginsel dat buren wel vergoeding ontvingen, faalt.