Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 15 maart 2006 in zaak nr. 200505208/1) is een begroting van de waardevermindering respectievelijk waardevermeerdering niet nodig, indien de conclusie dat per saldo geen planologisch nadeel wordt geleden ook zonder die begroting voldoende inzichtelijk en overtuigend is.
In het geval van [appellante] is niet zonder meer inzichtelijk en overtuigend dat de in het advies genoemde voordelen het planologisch nadeel geheel compenseren. Die conclusie kan ook niet worden getrokken uit de in het advies vermelde classificatie van de voor- en nadelen als ‘enigszins voordelig’ onderscheidenlijk ‘betrekkelijk zwaar nadeel’. Anders dan het college betoogt volgt uit voormelde uitspraak van 14 juli 2010 niet dat met die classificaties kan worden volstaan.
ABRS 21-10/15 inzake Deventer (ECLI:NL:RVS:2015:3259).
Noot: zie ook ABRS 18-01/12 inzake Schijndel (ECLI:NL:RVS:2012:BV1192).