Hoor en wederhoor, artikel 19 Rv en artikel 2 Ow.

Vernietiging vonnis Rechtbank Noord-Holland vanwege schending principe van hoor en wederhoor.

HR 26-06/15 inzake Noord-Holland (ECLI:NL:HR:2015:1751).

Onderdeel 1 klaagt dat de rechtbank art. 19 Rv heeft geschonden, doordat zij vonnis heeft gewezen zonder [eiser] in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over hetgeen de Provincie in de akte heeft gesteld en over de daarbij in het geding gebrachte producties, ondanks een daartoe strekkend verzoek van [eiser].

3.3.2 Op grond van het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv) dient de rechter partijen over en weer in de gelegenheid te stellen hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Het vorenstaande geldt ook in het onteigeningsgeding (art. 2 Ow).