Anders dan de rechtbank is de Afdeling evenwel van oordeel dat de SAOZ niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de aanzienlijke toename van het bouwoppervlak van het hoofdgebouw van het hotel van 954 naar 1.323 m2 niet heeft geleid tot planologisch nadeel in de vorm van zichtverslechtering. [appellant] heeft met foto’s aannemelijk gemaakt dat hij vanuit zijn woonkamer rechtstreeks zicht heeft op de uitbreiding van het hoofdgebouw. Dit volgt eveneens uit de ter zitting getoonde plankaart. Dat de bouwhoogte is teruggebracht van 15 m naar 11,5 m biedt, zonder nadere motivering, geen grond voor het oordeel dat de uitbreiding van het bouwvlak daarmee afdoende is gecompenseerd. Nog daargelaten dat dit geen invloed heeft op de toegenomen oppervlakte van het bouwvlak, acht de Afdeling daarbij van belang dat [appellant] terecht heeft aangevoerd dat als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan de maximale goothoogte van 6 m voor het hoofdgebouw niet langer geldt. Hij kan, anders dan voorheen, derhalve worden geconfronteerd met een rechtopstaande muur van 11,5 m in plaats van 6 m.
Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het advies van de SAOZ op dit punt evenmin deugdelijk is gemotiveerd. [appellant] voert terecht aan dat de SAOZ niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de gebruiksmogelijkheden en -intensiteit van een speelvoorziening vergelijkbaar zijn met die van zeven hotelonderkomens.
ABRS 03-12/14 inzake Goeree-Overflakkee (RVS:2014:4352).