De stelling van de maatschap dat als gevolg van de verruiming van de bocht in de vaarweg sneller zal worden gevaren, waardoor de oversteek over het Prinses Margrietkanaal onuitvoerbaar wordt en het aanleggen wordt bemoeilijkt, kan volgens dit advies niet in alle redelijkheid worden toegerekend aan de planologische maatregel. Langhout wijst er in dit verband op dat de ter plaatse geldende vaarsnelheid ongewijzigd blijft. Voorts wijst Langhout op de omstandigheid dat de zichtbaarheid vanuit het Prinses Margrietkanaal naar de Jeltesleat en vice versa toeneemt waardoor de veiligheid zal toenemen en eerder kan worden geanticipeerd op de aanwezigheid van schepen. Voorts stelt Langhout dat de verruiming van de bocht geen of een te verwaarlozen invloed heeft op de frequentie van de scheepvaart.
ABRS 24-12/14 inzake Súdwest-Fryslân (RVS:2014:4714).