Schade door bestemmingsplan of besluit ministerraad?

ABRS 24-12/13 inzake Borsele – Westerscheldetunnel (RVS:2013:2578).

Ter zitting van de Afdeling heeft de minister onweersproken gesteld dat de ministerraad op 29 september 1995 niet slechts tot financiering en feitelijke aanleg van de Westerscheldetunnel heeft besloten, maar tevens tot opheffing van de autoveerdiensten, onmiddellijk na de openstelling van de tunnel. Dit laat onverlet dat de aanleg van de Westerscheldetunnel niet mogelijk was zonder de wijziging van het planologische regime als gevolg van het bestemmingsplan, zodat die wijziging een noodzakelijke voorwaarde voor de aanleg van de tunnel was. Voorts heeft het college niet bestreden dat, naar [appellante sub 1] en anderen hebben gesteld, de beslissing tot opheffing van de autoveerdiensten niet was uitgevoerd, indien de aanleg van de tunnel niet was doorgegaan. Dit betekent dat de wijziging van het planologische regime (mede) een oorzaak van de door [appellante sub 1] en anderen gestelde schade is.

Dat, zoals het college heeft betoogd, met het bestemmingsplan slechts uitvoering is gegeven aan de beslissing van de ministerraad tot financiering en feitelijke aanleg van de Westerscheldetunnel, leidt niet tot een ander oordeel. Dat een planologische wijziging tot een beleidsvoornemen van overheidswege is te herleiden, zoals de beslissing van de ministerraad, betekent nog niet dat het voor schadevergoeding vereiste oorzakelijk verband tussen het bestemmingsplan en de daardoor geleden schade ontbreekt.