Zoon kan als medehuurder worden aangemerkt als hij meer dan twee jaar zijn hoofdverblijf in het gehuurde heeft en als sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met [eiser 2] Voor de beoordeling daarvan zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Daarbij geldt dat de samenleving tussen ouder en kind in beginsel geen gemeenschappelijke huishouding is. Dat kan anders zijn als er na het zelfstandig worden van het kind bijzondere omstandigheden bestaan die ertoe doen besluiten om, wat anders een aflopende samenlevingssituatie zou zijn geweest, als een blijvende gemeenschappelijke huishouding aan te merken.
Rechtbank Rotterdam 03-12/2001 (ECLI:NL:RBROT:2021:12041)
Noot: Zie HR 12-03/1982 (ECLI:NL:HR:1982:AG4340)