De Heffingsambtenaar heeft ter zitting verklaard dat de grondstaffel jaarlijks wordt vastgesteld aan de hand van verkoopcijfers van grond, waarbij bij de bepaling van de correctiefactor rekening wordt gehouden met de invloed van de ligging op de grondwaarde. Er bestaan geen standaardtabellen voor de correcties voor de ligging, omdat deze correctie per object plaatsvindt, aldus de Heffingsambtenaar. In dat kader heeft hij verwezen naar de verkoop van drie kavels gelegen aan de [adres 9] in [woonplaats] die, evenals de woning, aan de achterzijde gelegen zijn aan de Oude Rijn. De Heffingsambtenaar heeft rekening gehouden met de omstandigheid dat deze kavels beschikken over een ligplaats, terwijl dit bij de woning niet het geval is. Bovendien volgt uit de tabel dat ook als rekening wordt gehouden met een eventueel negatieve invloed van de achter de woning gelegen groenstrook en het wandel-/fietspad er voldoende marge is tussen de gehanteerde grondstaffel (inclusief de correctie van 30%) en de verkoopprijzen van de kavels. Gelet op hetgeen de Heffingsambtenaar heeft aangevoerd ter onderbouwing van de toegepaste correctie op de grondprijs voor de ligging van de woning van 30%, ziet het Hof geen aanleiding voor een neerwaartse aanpassing van de waarde op basis van de ligging. De verwijzing van belanghebbende naar de correcties op de grondstaffel die gebruikt zijn bij de waardering van [adres 10] maakt dit niet anders, nu deze correcties op een ander type woning zien.
Het Hof voegt hieraan toe dat het bij het beoordelen van de juistheid van de WOZ-waarde niet gaat om de vraag of de samenstellende delen van het object op exact de juiste bedragen zijn vastgesteld, maar om de beoordeling van de WOZ-waarde van het object als geheel.
Gerechtshof Den Haag 13-10/22 inzake Alphen aan den Rijn (ECLI:NL:GHDHA:2022:2076)