WOZ: gecorrigeerde vervangingswaarde

Tussen partijen is niet in geschil dat de waarde van de onroerende zaak aan de hand van de gecorrigeerde vervangingswaarde (GVW) als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Wet WOZ moet worden bepaald. De gecorrigeerde vervangingswaarde is de waarde die de onroerende zaak voor de eigenaar/gebruiker in economisch opzicht heeft. Deze waarde wordt gevonden door uit te gaan van de veronderstelling dat voor die zaak een markt zou zijn waarop de eigenaar/gebruiker niet alleen als verkoper zou opereren maar tevens als koper die de zaak zou willen verwerven met handhaving van aard en bestemming ervan. Voorts zijn de objectkenmerken, de te onderscheiden deelobjecten en de grondwaarde van de onroerende zaak, € 1.414.350, tussen partijen niet in geschil.

De rechtbank stelt voorop dat het verweerder in beginsel vrij staat om een bepaalde methode te kiezen voor het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onroerende zaak, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een taxatiewijzer of bouwboekjes. Verweerder moet echter wel inzichtelijk maken welke gegevens en aannames ten grondslag liggen aan zijn waardering. In de door verweerder overgelegde taxatiekaart is geen enkele toelichting opgenomen over welke gegevens en aannames de taxateur ten grondslag heeft gelegd aan de in de taxatiekaart gehanteerde eenheidsprijzen, levensduur en restwaardes van de verschillende deelobjecten.

Rechtbank Noord-Nederland 12-03/21 inzake Smallingerland (ECLI:NL:RBNNE:2021:805)

Noot 2 Vergelijk HR 17-08/18 inzake Waalwijk (ECLI:NL:HR:2018:1316).