De gemeenteraad kon een gemeentelijk voorkeursrecht vestigen op het bedrijventerrein [naam terrein] in Amsterdam. De gemeenteraad heeft voldoende gemotiveerd dat het bestaande gebruik afwijkt van de toegedachte bestemmingen. Dat van de toekomstige bestemmingen nog slechts een globaal beeld bestaat, is niet van doorslaggevende betekenis. Verder is de wens de regierol bij ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente te behouden voldoende ter motivering van de vestiging van het voorkeursrecht. Tot slot is geen sprake van een te zware inbreuk op het eigendomsrecht of van strijd met het evenredigheidsbeginsel.
Rechtbank Amsterdam 23-09/22 inzake Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2022:6018)