De Afdeling kan Ten Have (gemeentelijk planschade adviseur) volgen in haar uitleg van het in het advies van 5 maart 2015 ten opzichte van het eerdere advies van 30 december 2012 ingenomen standpunt ter zake van de uitbreiding van gebruiksmogelijkheden op het perceel Breestraat 11.
Zoals de Afdeling in de tussenuitspraak heeft overwogen, zijn in een geval als het voorliggende inzichten van een deskundige mede gebaseerd op diens kennis, ervaring en intuïtie, zodat een nadere toelichting op die inzichten niet in alle gevallen kan worden verlangd. Wel dient de gedachtegang van de deskundige duidelijk en voldoende controleerbaar te zijn en dient het verslag van het onderzoek voldoende basis te bieden voor verdere besluitvorming.
Naar het oordeel van de Afdeling is de gedachtegang van Ten Have, zoals uiteengezet in het advies van 5 maart 2015 en in het nadere advies van 11 februari 2016, duidelijk en controleerbaar en heeft Ten Have redelijke keuzes gemaakt. [wederpartij] kan niet worden gevolgd in haar kritiek op de beoordeling van Ten Have van het verlies van uitzicht en privacy en de verkeersbewegingen. Ten Have gaat in haar advies van 5 maart 2015 uitgebreid in op het verlies van uitzicht en privacy. De gevolgen van de wijziging van het planologische regime voor de verkeersbewegingen heeft zij in haar advies van 11 februari 2016 uitgebreid besproken. De op deze punten door Ten Have gegeven nadere toelichting is goed te volgen en de uitkomst van haar onderzoek biedt daarom voldoende basis voor de besluitvorming.
Dat De Bont in zijn in opdracht van [wederpartij] vervaardigde rapporten van 25 augustus 2014 en 21 juli 2015 tot een hoger schadebedrag komt dan Ten Have, betekent niet dat het door Ten Have begrote schadebedrag te laag is en dat haar adviezen van 30 december 2012 en 11 februari 2016 onzorgvuldig tot stand zijn gekomen. Het lag verder, anders dan [wederpartij] stelt, ook niet op de weg van Ten Have om aan te tonen dat de door De Bont begrote waardevermindering van het eigendom van [wederpartij] onjuist is.
ABRS 29-06/16 inzake Opmeer (ECLI:NL:RVS:2016:1795).
Noot: het is al eerder geconstateerd: het gehonoreerd krijgen van een contra expertise is niet eenvoudig.