Weging schadefactoren (en WOZ) bij tegemoetkoming planschade

Dag- en zonlichttoetreding: . [appellant] heeft met een gedetailleerde tekening van de zonlichttoetreding in zijn woning en een uitgebreide toelichting daarop gemotiveerd betoogd dat hij door het realiseren van een woning met die hoogte op het naastgelegen perceel aanzienlijk minder dag- en zonlichttoetreding in zijn woning heeft. Daarmee heeft hij een concreet aanknopingspunt voor twijfel aan het advies van het Kenniscentrum geboden.

StAB komt tot de slotsom dat het Kenniscentrum de schadefactoren uitzicht, schaduwhinder en privacy niet goed heeft ingeschat. Uitzichtverlies is meer dan beperkt.

Voor wat betreft de schadefactor privacy komt de StAB tot de conclusie dat de aantasting niet als beperkt kan worden gekwalificeerd, zoals het Kenniscentrum heeft gedaan, maar als grote en meer permanente inbreuk op de privacy niet als beperkt maar als behoorlijk nadelig dient te worden gekwalificeerd:

Voorts heeft [appellant] een brief van het college van 29 september 2005 overgelegd, waarin de WOZ-waarde van zijn perceel per peildatum 1 januari 2003 is vastgesteld op € 198.000,00. Daarbij is vermeld dat bij de taxatie van het perceel reeds rekening is gehouden met de nabij dat perceel te realiseren bouwwerken, daarbij verwijzend naar de twee woonzorggebouwen en twee woningen. Daarbij is voorts vermeld dat de waarde van het perceel zonder deze bouwactiviteiten zou zijn getaxeerd op € 266.000,00.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld de uitspraak van 9 december 2015 in zaak nr. 201501344/1/A2; www.raadvanstate.nl), wordt bij het vaststellen van de WOZ-waarde niet, zoals bij planvergelijking, gekeken naar de maximale invulling van het planologische regime. Dit neemt evenwel niet weg dat van het college kan worden verlangd dat het zijn besluit van een nadere motivering voorziet in geval een aanzienlijk verschil tussen de WOZ-waarde en de taxatiewaarde in het kader van planschade bestaat (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 16 juni 2010 in zaak nr. 200906130/1/H2; www.raadvanstate.nl).

ABRS volgt StAB advies: een waardedaling van € 298.000 naar € 270.000, oftewel € 28.000 (krap 10%).

ABRS 24-05/17 inzake Oldebroek (ECLI:NL:RVS:2017:1402).