Schadevergoeding in natura vereist einddatum voor onherroepelijkheid van het bestemmingsplan dat de schade compenseert.
Voorts ziet de Afdeling aanleiding om zelf in de zaak voorzien. Gelet op de onder 5.3 beschreven stand van zaken van de procedure van het nieuwe bestemmingsplan en het tijdsverloop, zal de Afdeling bepalen dat het college aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 101.091,00, vermeerderd met de wettelijke rente, dient te betalen, indien niet voor 1 oktober 2019 een bestemmingsplan wordt vastgesteld waarin de compensatie in natura wordt geboden. Voor het geval dit plan voor die datum wordt vastgesteld en [appellant] daartegen beroep instelt, ziet de Afdeling aanleiding te bepalen dat de resterende planschade alsnog wordt vergoed tot voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, indien dat plan niet op 1 oktober 2020 onherroepelijk is geworden. De Afdeling zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 11 juli 2017.
ABRS 10-04/19 inzake Maasdriel (ECLI:NL:RVS:2019:1144)