Waardevermindering planschade: al dan niet schadepercentages

Waarde voor de ramp EUR 588.000 en na de ramp EUR 560.000 is EUR 26.000 (dit komt neer op 4,76%, maar dat is niet al zodanig benoemd). Als toelichting geldt dat

uitzicht van [appellant] vanuit de woning op en over het plangebied in relevante mate verdergaand is aangetast, dat de situering van de woning in relevante mate verdergaand is verslechterd, dat de overlast in zekere mate is toegenomen en dat de privacy van [appellant] in zekere mate verdergaand is aangetast. De toelichting vervolg met: Voor het bepalen van de omvang van de waardevermindering van een onroerende zaak zijn geen exacte rekenmodellen voorhanden, maar dat uit de jurisprudentie wel een globale verdeling, uitgedrukt in procenten van de waarde van een onroerende zaak, is af te leiden. Deze globale verdeling leidt ertoe dat de schade bij een enigszins nadeliger planologische situatie is beperkt tot maximaal 5 procent, dat de schade bij een zwaardere planologische verslechtering is beperkt tot maximaal 10 procent en dat de schade bij een bovenmatige planologische verslechtering dat laatste percentage kan overstijgen. Indien deze globale verdeling op dit geval wordt toegepast, leidt dat tot de conclusie dat sprake is van een min of meer zware planologische verslechtering.

ABRS 23-11/16 inzake Leusden (ECLI:NL:RVS:2016:3093).

De bestuursrechter kan een taxatie slechts terughoudend toetsen. Daarbij is van belang dat de waardering van een onroerende zaak niet slechts door het toepassen van een taxatiemethode plaatsvindt, maar dat daarbij ook de kennis, ervaring en intuïtie van de desbetreffende deskundige een rol spelen. De maatstaf bij de te verrichten toetsing is niet de eigen waardering door de rechter van de nadelen van de planologische verandering, maar of het bestuursorgaan, gelet op de motivering van het advies van de door het bestuursorgaan ingeschakelde deskundige, zich bij de besluitvorming niet in redelijkheid op dat deskundigenoordeel heeft kunnen baseren. Dit laat onverlet dat de besluitvorming dient te voldoen aan de eisen die het recht aan de zorgvuldigheid en de motivering stelt en dat de rechter de besluitvorming daaraan dient te toetsen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582).

Noot: aan het sec hanteren van percentages kleven nadelen. Uiteindelijke kunnen kennis, ervaring en intuïtie doorslaggevend zijn, ook al past ook dienaangaande een terughoudende benadering. Echter ook in onteigeningszaken blijkt, dat niet “alles” puur cijfermatig te beredeneren valt.