HR 22-04/16 inzake Van den Berg qq / provincie Zuid-Holland inzake eliminatie art. 40c OW (ECLI:NL:HR:2016:720). HR verwerpt het beroep met toepassing art. 81 Wet RO en volgt conclusie A-G (ECLI:NL:PHR:2016:52).
Conclusie: De rechtbank is, gelet op het verhandelde ter zitting, met de deskundigen van oordeel dat glastuinbouw op het overblijvende, mede gelet op de kostbare maatregelen die daarbij zouden moeten worden genomen, economisch niet rendabel en reëel is. Bij de waardering van het overblijvende zijn de deskundigen daarom terecht uitgegaan van de agrarische grondwaarde van het overblijvende, zonder glastuinbouw, te weten € 6,50 per m2. De deskundigen hebben vervolgens op goede gronden geconcludeerd dat de waarde van het geheel vóór onteigening niet meer was dan de waarden van het onteigende en het overblijvende na onteigening. De rechtbank volgt de deskundigen in hun oordeel dat geen sprake is van waardevermindering van het overblijvende.”