appellante] heeft ook beroepsgronden aangevoerd over de onteigening van de gronden in het plangebied in het verleden, over dat zij aanspraak wil maken op de waardestijging van deze gronden, over het niet meewerken door de gemeente Valkenswaard aan haar plannen voor de [locatie B] en de [locatie D] en over het optimaal benutten van de ruimtelijke kansen voor de achtertuinen van de [locatie E] en [locatie C]. Deze beroepsgronden gaan niet over dit plan en zij kunnen daarom niet aan de rechtmatigheid van het besluit tot vaststelling van het plan in de weg staan.
Over de onteigening van de gronden in het plangebied in het verleden overweegt de Afdeling nog dat de omstandigheid dat deze gronden zijn onteigend voor de realisatie van een school, niet maakt dat de raad op voorhand had moeten aannemen dat het bestemmingsplan om die reden niet uitvoerbaar zou zijn. [appellante] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de raad haar in de gelegenheid had moeten stellen de gronden terug te kopen. Daarnaast kan aan deze omstandigheid niet het gerechtvaardigd vertrouwen worden ontleend dat de raad nimmer medewerking zou verlenen aan de ontwikkeling van woningbouw op deze gronden.
ABRS 24-07/24 inzake Valkenswaard (ECLI:NL:RVS:2024:3009)
Noot: In 60’jaren onteigend voor schoolgebouw, welk gebouw inmiddels buiten gebruik geraakt is. Artikel 61 Onteigeningswet (terugvorderingsrecht) zal hier geen uitkomst bieden.