Zie tussenvonnis 03-05/17 (link pagina actualiteiten).
Rechtbank komt terug van oordeel in tussenvonnis. Aanpassing van de gevolgen van de overeenkomst door veroordeling tot terugbetaling van deel van de koopprijs.
Rechtbank Gelderland 04-10/17 (ECLI:NL:RBGEL:2017:5099).
De/het gestelde dwaling/bedrog betreft in de eerste plaats de mededeling van [gedaagden in conventie / eisers in reconventie] aan de notaris bij brief van 28 juli 2015 dat de opschortende voorwaarde van artikel 5 lid 4 van de mantelovereenkomst was vervuld (zie tussenvonnis 2.15). Het betreft de opschortende voorwaarde dat [vennootschap X] en/of [vennootschap Y] een hen conveniërende financiering zouden hebben verkregen, die verplaatsing naar en voortzetting in Cuijk mogelijk zouden maken. Deze mededeling was onjuist.
Het nadeel dat de Gemeente lijdt doordat [gedaagden in conventie / eisers in reconventie] de bedrijfsvoering heeft gestaakt en dus niet tot verplaatsing is overgegaan, kan dan worden begroot op het verschil tussen de overeengekomen koopprijs van € 27.600.000 en het genoemde bedrag van € 13.574.000 (getaxeerde vermogensschade) , derhalve op € 14.026.000. Dat bedrag kan immers worden beschouwd als door de Gemeente geleden verlies doordat zij het heeft betaald teneinde de verplaatsing van de onderneming van [gedaagden in conventie / eisers in reconventie] mogelijk te maken, terwijl het van die verplaatsing niet is gekomen.
Noot: overeengekomen schadeloosstelling gebaseerd op reconstructie, terwijl er niet gereconstrueerd is. Op basis van het onteigeningsrecht is de “onteigende” vrij in de besteding van de schadeloosstelling. Privaatrechtelijk kan dat anders liggen, als reconstructie expliciet de basis voor de gesloten koopovereenkomst is.