Voor planschadebeoordeling niet altijd taxatie vereist

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de overzichtsuitspraak over planschade (ECLI:NL:RVS:2016:2582), is een begroting van de waardevermindering niet nodig, indien de schadeveroorzakende planologische ontwikkeling geheel voorzienbaar is, of de conclusie dat per saldo geen schade wordt geleden ook zonder die begroting voldoende inzichtelijk en overtuigend is (uitspraak van 3 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4335).

In het advies van 7 juni 2018 heeft de SAOZ per object een opsomming gegeven van de voor het betrokken object voordelige en nadelige effecten van de planologische verandering. Vervolgens is in dit advies vermeld dat het zonder een gedetailleerde taxatie duidelijk is dat de planologische voordelen, met name het vergroten van het bebouwingspercentage ([locatie 1], [locatie 2], [locatie 5]) en het gebruik ten behoeve van detailhandel op de begane grond ([locatie 5], [locatie 6], [locatie 7], [locatie 8], [locatie 9] (achterperceel)), voor de objecten groot genoeg zijn om de planologische nadelen, met name het vervallen gebruik ten behoeve van een kantoor op de verdieping ([locatie 3] en [locatie 4]), helemaal te compenseren, zodat per saldo voor [appellant] geen sprake is van een planologische verslechtering en de SAOZ niet toekomt aan een taxatie van de onroerende zaken.

13.3.    Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college, door zich in de besluitvorming op dit advies te baseren, voldoende gemotiveerd dat [appellant] als gevolg van de planologische veranderingen per saldo niet in een nadeliger positie is komen te verkeren. Dat, zoals [appellant] aanvoert, niet is vastgesteld bij welke bouwmogelijkheden een pand de hoogste waarde heeft, doet daar in dit geval niet aan af, omdat de conclusie van het advies ook zonder die begroting inzichtelijk en overtuigend is.

ABRS 03-03/21 inzake Sint-Michielsgestel (ECLI:NL:RVS:2021:437)