Rechtbank Gelderland wees op 6 oktober 2021 vonnis inzake een onteigening door provincie Gelderland. Ter gelegenheid van pleidooi is er overeenstemming bereikt over de onteigeningsvergoeding voor onteigening aanleg “watergang”. Partijen verschillen enkel nog over de door de provincie te vergoeden kosten van deskundige bijstand aan de zijde van de onteigende. Rechtbank beoordeelt die via de bekende dubbele redelijkheidstoets.
Juridische kosten zijn redelijk, maar die van ingeschakelde collega (junior advocaat) niet.
Aantal uren deskundige bijstand (taxateur) vindt rechtbank onevenredig hoog. Uurbesteding moet proportioneel zijn, beoordeeld vanuit het belang van de zaak (in casus geen omvangrijke, technische vraagstukken).
Rechtbank oordeelt dat provincie geen gelijk heeft dat taxateur zijn uren onvoldoende toegelicht heeft. Duiding als “verzending e-mail” is in die zin voldoende dat daaraan niet toegevoegd hoeft te worden over welk onderwerp het ging.
75% van geclaimde kosten taxateur komen op de voet van art. 50 Onteigeningswet voor vergoeding in aanmerking.
Rechtbank Gelderland wees op 6 oktober 2021 (ECLI:NL:RBGEL:2021:5345)
Noot: claim kosten juridische en taxatie technische bijstand samen (ruim € 61.000) hoger dan de schadeloosstelling (€ 60.000).
Rechtbankdeskundigen, waaronder René van Hoogmoed, adviseerden € 52.750 en tijdens pleidooi kwam nieuw probleem waterloop aan de orde, waardoor partijen accordeerden op € 60.000). Aanbod was rond € 47.500 en daaruit had taxateur kunnen concluderen dat hij met zijn uren inzet een zekere terughoudendheid had kunnen/moeten betrachten.