Onteigening gronden van een waterschap (wegen, watergangen c.q. -partijen) in kader realisering bedrijventerrein.
Gronden die tot het complex behoren dienen gewaardeerd te worden op de reguliere complexprijs, zonder een afslag vanwege “ongeschiktheid” als weg c.q. watergang.
Buiten het complex vallen (te handhaven) wegen met primair regionale functie en fietspaden met een autonoom bovenwijks karakter.
Anders dan deskundigen laat rechtbank landschappelijk inpassing van wegen/fietspaden (welke wegen zelve buiten het complex vallen) buiten het complex. Deskundigen hechtten gewicht aan beeldkwaliteit (landschappelijke inpassing) bedrijventerrein. Maar rechtbank oordeelt dat de functionele samenhang tussen de landschappelijke inpassing en de fietspaden/wegen doorslaggevend is.
Onteigenaar en onteigende waren overeengekomen een bijkomend aanbod waarbij ook andere gronden dan dewelke ter onteigening aangewezen waren, tegen door Rechtbank te bepalen prijs zouden worden overgedragen. Rechtbank overweegt dat dit valt buiten de wettelijke taak van de rechtbank tot vaststelling van de schadeloosstelling voor onteigening. Maar rechtbank geeft wel aanwijzingen en veroordeelt onteigenaar om het bijkomende aanbod gestand te doen.
Rechtbank Rotterdam 28-09/19 inzake GRNR (nog) niet gepubliceerd.
René van Hoogmoed was één van de rechtbankdeskundigen, met pleidooi 27-06/19.