Verzoek om nadeelcompensatie als gevolg van een peilbesluit.
Het college van de dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden had eiser in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord over zijn bezwaren tegen de afwijzing van zijn verzoek om nadeelcompensatie. Ook is het bestreden besluit in strijd met het motiveringsbeginsel, omdat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser geen schade lijdt of zal lijden. Het beroep is daarom gegrond en de rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd.
Maar het college hoeft geen schadevergoeding aan eiser te betalen. De schade die eiser lijdt is het gevolg van een peilverlaging die noodzakelijk is vanwege de natuurlijke daling van het maaiveld. De schade behoort daarom tot het normaal maatschappelijk risico en komt voor rekening van eiser. De rechtbank laat daarom de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. Eiser krijgt dus inhoudelijk geen gelijk.
Rechtbank Midden Nederland 07-05/19 inzake Stichtse Rijnlanden (ECLI:NL:RBMNE:2019:2076)
Noot: Als eiser schade lijdt of zal lijden als gevolg van het peilbesluit, komt hij op grond van artikel 7:14 van de Waterwet voor een vergoeding in aanmerking als die schade redelijkerwijs niet of niet geheel tot de lasten van eiser behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende op een andere manier is verzekerd.
Het waterpeil – ook het peil zoals vastgelegd in het peilbesluit – volgt de natuurlijke maaivelddaling en is de peilverlaging dus noodzakelijk uitsluitend vanwege de natuurlijke maaivelddaling. De schade behoort daarom tot het normaal maatschappelijk risico.