De Afdeling heeft op 24 december 2024 uitspraak gedaan in vier vergelijkbare zaken (ECLI:NL:RVS:2024:5369, ECLI:NL:RVS:2024:5378, ECLI:NL:RVS:2024:5381, ECLI:NL:RVS:2024:5379; hierna: de uitspraken van 24 december 2024). Deze uitspraken betroffen ook aanvragen van aanvragers met een appartement in appartementengebouw de Hoge Erasmus om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het bestemmingsplan “Gedempte Zalmhaven”. In die zaken waren dezelfde planvergelijking en schadefactoren aan de orde en heeft Zalmhaven in hoger beroep vrijwel dezelfde gronden aangevoerd als in deze zaak. De Afdeling zal daarom voor zover het om dezelfde, al besproken, gronden gaat in deze zaak volstaan met een verwijzing naar de uitspraken van 24 december 2024.
Procedureel: taxateur Zalmhaven wilde bij bezichtiging ter plaatse door StAB aanwezig zijn, maar aanvragers wilden dat niet. Rechtbank wees desbetreffende verzoek Zalmhaven af en ABRS sanctioneert dat.
Schadefactoren privacy en uitzicht, geluid- en lichthinder, bezonning/schaduwhinder en windhinder: door Peutz B.V. opgestelde rapporten over bezonning, windhinder en geluidhinder.
De Afdeling heeft in de eerdere uitspraken geoordeeld dat zij geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de juistheid dat in dit geval parkeerplaatsen bij de planschadetaxatie betrokken moeten worden. Dit in reactie op betoog Zalmhaven dat die parkeerplaatsen “los” te verkopen zijn.
Het hoger beroep van Zalmhaven is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
ABRS 12-11/25 inzake Rotterdam (ECLI:NL:RVS:2025:5433 en verder)
Noot: zie onze eerdere publicatie naar aanleiding van ABRS 24-12/24 in dezelfde kwestie.