De redelijk handelend ondernemer zal naar het oordeel van de deskundigen zwaar tillen aan de mindere geschiktheid van het (tijdelijke huur pand en de te verwachten blijvende inkomensschade die dit oplevert. De totale schade in geval van een definitieve verplaatsing naar het bestaande pand de Molensingel zal weliswaar minder zijn dan in het geval van vervanging door nieuwbouw – € 3.458.487,- (BMG) en € 74.187,- (Bo-Rent) ten opzichte van € 3.818.900,- en € 85.703, -bij nieuwbouw – doch dat verschil is niet zo groot dat BMG en Bo-Rent met het oog op het belang van BMG het goedkoopste van de twee oplossingen zou moeten kiezen, aldus de deskundigen. Zij zijn van mening dat deze keuze voor BMG en met name Bo-Rent betere toekomstmogelijkheden biedt. De rechtbank ziet in de door de deskundigen aangedragen argumenten aanleiding om hun advies over te nemen.
Rechtbank Limburg 13-09/17 inzake Maastricht / BMG Vastgoed (ECLI:NL:RBLIM:2017:8909).
Noot: het gaat inderdaad om de keuze die een redelijk handelend ondernemer (ook wel genoemd: de maatman) maakt. En hoe duurder nieuwbouw is, hoe eerder een bestaand pand als vervanging in de rede ligt.
Zie ook Rechtbank Noord-Nederland 15-07/15 (gepubliceerd 10-03/16) inzake provincie Fryslân / Centrale As (ECLI:NL:RBNNE:2015:3544): reconstructie van onteigende woonboerderij: gebaseerd op vervangende nieuwbouw.