Zoals de Afdeling onder meer onder 7.2 van haar uitspraak van 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:713, heeft overwogen, wordt bij het bepalen van de tegemoetkoming in planschade in beginsel geen rekening gehouden met een voor de aanvrager, in vergelijking met het ten tijde van de verkrijging van de onroerende zaak geldende planologische regime, voordelige, na de datum van verwerving daarvan door de aanvrager in werking getreden, wijziging van het planologische regime, die ongedaan wordt gemaakt door het beweerdelijk schade veroorzakende besluit.
De verwijzing van [appellant] naar het door het college ten tijde van de aankoop van de woning genomen voorontwerp en het voorbereidingsbesluit is evenmin aanleiding om een uitzondering op de hoofdregel van de hiervoor genoemde rechtspraak te maken. De enkele omstandigheid dat een voor [appellant] gunstige planologische ontwikkeling ten tijde van de eigendomsverkrijging voorzienbaar was, maakt niet dat in dit geval met de gestelde schade bij de bepaling van de tegemoetkoming in planschade rekening moet worden gehouden.
ABRS 27-11/24 inzake Echt-Susteren (ECLI:NL:RVS:2024:4883)