Bij het bepalen van de tegemoetkoming in planschade wordt in beginsel geen rekening gehouden met een voor de aanvrager, in vergelijking met het ten tijde van de verkrijging van de onroerende zaak geldende planologische regime, voordelige, na de datum van verwerving daarvan door de aanvrager in werking getreden, wijziging van het planologisch regime, die ongedaan wordt gemaakt door het beweerdelijk schade veroorzakende besluit.
ABRS 16-11/22 inzake Ede (ECLI:NL:RVS:2022:3295)
Noot: zie ook de uitspraken van de Afdeling van 4 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4086 en van 3 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:436.
Na de eigendomsverkrijging was er sprake van een lucratieve planologische mutatie, die nadien weer vervallen is.