Uit vergelijking gemaakt tussen de planologische mogelijkheden van het pand onder het nieuwe bestemmingsplan en het voordien geldende planologische regime is de conclusie getrokken dat het realiseren van de onder het voordien geldende planologische regime bestaande gebruiksmogelijkheden van het pand ten behoeve van horeca en detailhandel onder het nieuwe bestemmingsplan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is uitgesloten.
In dit verband is in een bij het advies behorend taxatierapport van Peters van 15 mei 2013 gespecificeerd dat de waarde van het commerciële gedeelte van het pand van € 390.000,00 naar € 250.000,00 is gedaald en de waarde van het woongedeelte van € 220.000,00 naar € 340.000,00 is gestegen.
Volgens de SAOZ wordt een gedeelte van de schade weggenomen, omdat een gedeelte van de bij de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan vervallen gebruiksmogelijkheden van het pand bij de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Centrum Oss 2013 (hierna: de wijziging van het nieuwe bestemmingsplan) wordt hersteld.
Niet in geschil is dat de onherroepelijke wijziging van het nieuwe bestemmingsplan ertoe leidt dat het nadeel van dat bestemmingsplan gedeeltelijk is weggenomen. Met deze schadebeperkende omstandigheid dient rekening te worden gehouden, omdat [appellant] anders een vergoeding zou ontvangen voor schade die hij, achteraf bezien, niet lijdt. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 25 augustus 2010 in zaak nr. 201001731/1/H2. Dat het gedurende langere tijd niet mogelijk was om de bij de wijziging van het nieuwe bestemmingsplan herstelde gebruiksmogelijkheden te benutten, doet voorts niet af aan de positieve invloed van de wijziging van het nieuwe bestemmingsplan op de waarde van het pand, zodat ook dit geen reden was om deze wijziging bij het vaststellen van de schadevergoeding buiten beschouwing te laten.
ABRS 12-08/15 inzake Oss (ECLI:NL:RVS:2015:2553).
Noot: schadevergoeding in natura door herstel van de oorspronkelijke bestemming is een door de Afdeling aanvaarde aanpak. Taxatie-technisch is opvallend dat voor de periode waarin die voormalige en te herstellen bestemming niet benut kon worden, geen schadevergoeding gewogen wordt. Immers er is hier sprake van verschillende peildata: enerzijds het vervallen van de horeca bestemming en anderzijds het herstel daar van; het “terugrekenen” van de waarde naar eerstgenoemde peildatum doet daar niet aan af. .