Gemeente heeft verzoek ex artikel 26 Wvg ingediend. Aan het verzoek heeft de gemeente ten grondslag gelegd dat de vaststellingsovereenkomst, de notariële volmacht en de koopovereenkomst – zowel elk afzonderlijk als gezamenlijk als een geheel van rechtshandelingen beschouwd – de kennelijke strekking hebben afbreuk te doen aan het voorkeursrecht van de gemeente. De rechtbank oordeelt dat het samenstel van rechtshandelingen die door verweerders zijn verricht nadat door de gemeente het voorkeursrecht is gevestigd, kunnen worden beschouwd als een geheel van rechtshandelingen met de kennelijke strekking afbreuk te doen aan het door de gemeente gevestigde voorkeursrecht. De vaststellingsovereenkomst verplicht een van verweerders immers tot levering van de percelen zonder deze eerst aan de gemeente te hebben aangeboden, terwijl met de notariële akte de volledige beschikkingsmacht over en het economische belang van de percelen wordt overgedragen. In de koopovereenkomst is weliswaar een voorwaarde van toestemming van de gemeente opgenomen, maar daarmee wordt de gemeente niet in de gelegenheid gesteld de percelen te verkrijgen.
Rechtbank Limburg inzake Venray (ECLI:NL:RBLIM:2021:1641)
Noot: eveneens vernietiging in de zaak ECLI:NL:RBLIM:2021:1644
De rechtbank oordeelt dat de hypotheekconstructie de betrokken partijen praktisch in de gelegenheid stelt om het voorkeursrecht dat de gemeente op de percelen heeft gevestigd te omzeilen.