De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college direct na de uitspraak van 23 november 2005 tot toepassing van bestuursdwang bevoegd was. Het besluit van 13 juni 2006 strekte uitsluitend tot het handhaven van een bij besluit van 23 november 2005 gegeven begunstigingstermijn. Daarmee werd [appellant] extra tijd gegund om de exploitatie van zijn bedrijf te beëindigen. Het besluit van 13 juni 2006 heeft de door [appellant] gestelde schade als gevolg van de bedrijfsbeëindiging niet veroorzaakt.
7. [appellant] betoogt voorts dat zijn aanspraak niet is verjaard. Daartoe stelt hij dat de na het besluit van 13 juni 2006 met de gemeente gevoerde onderhandelingen over de verplaatsing van de bedrijven dienen te worden aangemerkt als stuitingshandelingen. De gemeente wist, althans behoorde te weten, dat hij óf zijn bedrijven wilde verplaatsen naar het Billitonterrein óf aanspraak wilde maken op vergoeding van schade als gevolg van de sluiting van zijn bedrijven in het Spijkerkwartier.
7.1. Anders dan [appellant] betoogt, kunnen de gevoerde onderhandelingen over een mogelijke verplaatsing van de bedrijven op zichzelf de verjaring van de aanspraak niet stuiten. Zoals ook de rechtbank heeft overwogen, zijn gedurende de jaren dat werd onderhandeld geen stuitingshandelingen verricht. [appellant] heeft geen schriftelijk stuk van hemzelf of zijn gemachtigde overgelegd, waaruit blijkt dat [appellant] aanspraak op nadeelcompensatie wenste te maken.
7.2. Voor zover [appellant] onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 1 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5811 nog heeft betoogd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat het college, gelet op de gevoerde onderhandelingen, zich op verjaring beroept en een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen te rekenen van het ogenblik waarop de onderhandelingen zijn afgebroken, slaagt dit niet. Anders dan in het genoemde arrest, waren de onderhandelingen niet gericht op eventuele vergoeding van schade, maar alleen op een mogelijke verplaatsing van de bedrijven naar het Billitonterrein.
ABRS 14-10/15 inzake Arnhem (ECLI:NL:RVS:2015:3182).
De verjaringstermijn van 5 jaren is genoemd in gemeentelijke nadeelcompensatieregeling: gevoerde onderhandelingen stuiten de verjaring niet.